Het eerste deel van de module, Kerkorde, behandelt teksten uit de Constitutie en Kerkorde die de (goede) orde binnen de Verenigde Protestantse Kerk in België (VPKB) bewaren.

In de protestantse traditie heeft elke kerk haar eigen kerkorde. Wat is er dan zo uniek aan de Belgische? Of wat is er zo Belgisch aan de protestantse kerkorde? 

De student ontdekt de ecclesiologische basis van de kerkorde. Verder worden de hoofdlijnen, de achtergrond van het ontstaan, de functie en de ontwikkeling van de kerkorde van de VPKB en haar structuur besproken. 

Wat een kerk tot een kerk maakt is de eigenlijke vraag die centraal staat in het onderwerp kerkrecht. Wanneer is een groep mensen een kerk en waarom? Waarom identificeert de VPKB haar geloofsbelijdenis als een geloofsverklaring? Welk model van kerkelijke organisatie koos de VPKB bij haar oprichting? Door middel van casussen en oefeningen leert de student de kerkorde in de praktijk toe te passen door het lezen en begrijpen van wetteksten. 

Wie zelf in de teksten wil zoeken naar antwoorden op de vraag of iedereen, ongeacht leeftijd en geslacht, predikant kan worden in de VPKB of wat het hoogste gezag in de kerk is en toch niet alle bevoegdheden heeft, leert in deze module de nodige vaardigheden daarvoor. Ook de oecumenische contacten van de VPKB en de merkwaardige relatie met de Belgische overheid komen aan bod.

De cursus eindigt met een overzicht van de diversiteit aan bedieningen en opdrachten die de VPKB verrijkt op het kruispunt van kerk en samenleving.

In deze cursus maak je kennis met de ontwikkelingen binnen de Praktische Theologie in de afgelopen decennia. De ontwikkeling van een kerkelijk vakgebied naar een handelingswetenschap komt daarbij aan de orde. De verhouding tot de sociale wetenschappen komt aanbod. Zo zal er worden stilgestaan bij de godsdienstsociologie. 

Ook is er aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen, met name voor de collaboratieve approach.

Door de systematische bestudering van twee handboeken maakt de student kennis met het brede terrein van deze twee disciplines binnen de Praktische Theologie. Door opdrachten waarin de huidige praktijk wordt vergeleken met de bestudeerde theorie wordt de inhoud actueel. Deze opdrachten helpen de studenten ook om zich de inhoud persoonlijk toe te eigenen. Juist in deze tijd van transitie is de wisselwerking tussen de theoretische concepten, de veranderende praktijk en de persoonlijke visie noodzakelijk. de bijeenkomsten zijn op die interactie gericht.

Doelstelling:

De student(e) kent de belangrijkste veranderingen binnen dit vakgebied en kan op basis van een eigen onderbouwde visie kiezen voor de vormgeving van eigen onderwijsactiviteiten.

Inhoud:

Iedere deelnemer voert de stappen van een ontwerponderzoek uit om tot een visie op onderwijs te komen en die visie ook te kunnen vertalen in concrete activiteiten. Naar gelang de mogelijkheden worden de ontwerpen ook uitgeprobeerd.

Aan de orde komen: visies op leren, onderwijskundige uitgangspunten, doelstellingen, didactiek en evaluatie

Inhoud

Vanuit concrete erediensten wordt het spoor terug gezocht in de tijd en de tradities naar achterliggende vormen en overtuigingen. De aanpak is die van onderzoekend en ontwerpend leren. Aspecten die in ieder geval aan de orde komen: jaarorde, vaste onderdelen, preken, sacramenten en gebouwen.

Het doel van de zoektocht is een gefundeerde, persoonlijke visie op de kwaliteitseisen die in deze tijd gesteld kunnen worden aan eredienst en preek.

Doelstelling

De student(e) verkent de belangrijkste onderdelen van de liturgie en de achterliggende tradities. Op basis van deze verkenning worden de theoretische concepten erachter gewogen, zowel theologisch als religiewetenschappelijk. De student bezint zich op de plaats van de preek in de eredienst en verkent de hermeneutische implicaties. Deze verkenningen hebben een direct verband met de eigen spiritualiteit.